Op de eerste schooldag van de 11-jarige Deef (ik-persoon) meldt de schooldirecteur dat Esther Beukenhout is overleden. Niemand van Deefs klas kende het overleden meisje echter. In de school vindt een herdenking plaats en in alle klassen wordt een project gestart om elkaar beter te leren kennen en onderling een band op te bouwen. Daaf komt in een groep met zijn vrienden Stip, Lex en Juliet. Samen met nog twee andere klasgenoten komen ze om beurten bij elkaar thuis en leren meer over wie de ander is, ook over bijzondere en moeilijke omstandigheden. Maar ze willen ook weten wie Esther nu eigenlijk was. Als de groep iemand vindt die haar zou hebben gekend, heeft dat echter zeer pijnlijke gevolgen. Toegankelijk en invoelend geschreven, maar soms wat breedvoerig verhaal rond het thema vriendschap. De originele plot en de verrassende ontknoping zetten de lezer aan het denken over het belang van echte relaties en elkaar kennen. Goede karaktertekening. De Vlaamse auteur (1974) schreef meerdere jeugdboeken waaronder 'Dagboek van een chihuahua'* (2018) en 'Mijn vader zegt dat wij levens redden' (2004), en werd o.a. bekroond met de Deutscher Jugendliteraturpreis en de Leeswelp. Vanaf ca. 12 jaar.